Regels voor het rijden

Buiten kruispunten, bijvoorbeeld bij inritten van huizen, moeten bestuurders van andere voertuigen fietsers voorrang verlenen wanneer zij fietspaden of fietsstroken oversteken.

Indien een fietspad op een afstand van ten hoogste 2 m langs een rijbaan voor het autoverkeer loopt, gelden voor fietsers op kruispunten dezelfde voorrangsregels als voor bestuurders van voertuigen op de aangrenzende rijbaan.

Fietsers moeten voorrang verlenen bij het verlaten van een fietspad of fietsstrook op de naastgelegen rijbaan en bij het verlaten van de fietsstrook bij het inhalen.

28 Tunnel

Tunnel SignalEen tunnel wordt geopend met het signaal "Tunnel" (407) aangekondigd. Achteruitrijden en keren in tunnels is verboden, evenals het inhalen van motorvoertuigen met meerdere rijstroken in een rijrichting waar er slechts één rijstrook is.

Voertuigen moeten ook in tunnels te allen tijde verlicht zijn. Bestuurders mogen alleen in noodgevallen in de tunnel stoppen. De motor moet onmiddellijk worden afgezet.