262 Paardrijden. Ruiters en personen die de paarden aan de hand leiden zijn verplicht de
om het voor hen gemarkeerde pad te gebruiken.
263 Fiets- en voetgangerspad met gescheiden verkeerszones. Indien een pad bestemd is voor twee gebruikerscategorieën (b.v. voetgangers/fietsers, fietsers/voetgangers), krijgt elk van de twee gebruikerscategorieën zijn eigen verkeersgebied toegewezen. De verkeerszones zijn van elkaar gescheiden door een lijn.
263.1 Gemeenschappelijk fiets- en voetpad. Fietsers, motorrijders en ruiters hebben toegang tot de
rekening te houden met voetgangers en, wanneer de veiligheid dat vereist, hen te waarschuwen en, zo nodig, te stoppen.
264 Busbaan. Geeft een rijstrook aan die gereserveerd is voor bussen in het geregeld openbaar vervoer en die andere voertuigen niet mogen gebruiken. Eventuele uitzonderingen worden op extra borden vermeld. De rijstroken voor bussen in lijndienst zijn geel gemarkeerd.
Andere voertuigen mogen zo nodig busstroken oversteken (b.v. om af te slaan) indien deze zijn afgebakend door gele onderbroken lijnen.