Regels voor het rijden

34 Stoppen en parkeren

De bestuurder die wil stoppen moet, indien mogelijk, rekening houden met de volgende voertuigen. Stilstaande voertuigen mogen het verkeer niet hinderen of in gevaar brengen. Voertuigen moeten zoveel mogelijk in parkeervakken worden geparkeerd. Stoppen op de rijbaan is alleen toegestaan aan de rand en evenwijdig aan de rijbaan.

Stoppen aan de linkerkant van de weg is verboden.

Uitzonderingen:

a. als er rechts een tramspoor is.
b. indien aan de rechterzijde een stop- of parkeerverbod is gesignaleerd of gemarkeerd.
c. in smalle straten met weinig verkeer.
d. in straten met eenrichtingsverkeer.