Regels voor het rijden

22 Lichtsignalen

Lichtseinen hebben voorrang boven de algemene regels van de rijweg, de verkeerstekens en de markeringen.

LichtsignaleRood licht betekent "Stop". Indien er een zwarte contourpijl in het rode licht staat, geldt het stopbevel alleen voor de aangegeven richting.

Groen licht geeft het verkeer vrij. Bij het afslaan moeten voetgangers en gebruikers van voertuig-achtige inrichtingen op de dwarsstraat voorrang krijgen. Als u links afslaat, heeft het tegemoetkomende verkeer voorrang.

Kruisend verkeer heeft een rood licht.

Als het verkeer stilstaat en het voertuig het kruispunt na de lichtwijziging zou blokkeren, mag u ondanks het groene licht niet doorrijden.

Groene pijlen laat verkeer in de aangegeven richting toe. Kerende voertuigen hebben voorrang op tegemoetkomend verkeer en voetgangers op de dwarsstraat.

Kruisend verkeer, voetgangers op de kruisende weg en tegemoetkomend verkeer hebben rood licht.