Iedereen die een hoofdweg of secundaire weg oprijdt vanaf fabrieks-, werf- of garage-uitritten, vanaf veldwegen, fietspaden, parkeerterreinen, benzinestations en dergelijke of via een voetpad, moet voorrang verlenen aan de gebruikers van deze wegen. Als de locatie onduidelijk is, moet het voertuig stoppen.
Alle weggebruikers moeten voorrang verlenen aan voertuigen van brandweer, ambulance en politie, die zich aankondigen met zwaailichten en veranderlijke claxons, ook als het verkeer wordt geregeld door lichtsignalen. Als het absoluut noodzakelijk is de weg onmiddellijk vrij te maken, moeten de bestuurders de nodige voorzorgsmaatregelen nemen en de stoep opgaan.