Regels voor het rijden

21 Recht van overpad

Bestuurders van motorloze voertuigen (fietsers, ruiters, enz.) hebben dezelfde voorrang als bestuurders van motorvoertuigen.

Een persoon die verplicht is voorrang te verlenen, mag de houder van de voorrang niet hinderen in zijn of haar weg. Hij moet zijn snelheid tijdig matigen en, indien hij moet wachten, voor het begin van het kruispunt stoppen.

Indien nodig, geef je voorrang. Vooral als er tekenen zijn dat een weggebruiker zich niet goed zal gedragen.

Op secundaire wegen heeft het voertuig dat van rechts komt voorrang op kruispunten.

Vortrittsrecht