Regels voor het rijden

17 Berekening van de inhaalafstand

Het snelheidsverschil voor inhalen moet ten minste 20 km/u bedragen. De afstand die kan worden ingehaald moet tweemaal de inhaalafstand zijn.

Vuistregel

Inhaal afstand = Inhaalsnelheid x Inhaalsnelheid
Snelheidsverschil

Voorbeeld: Het inhalende voertuig rijdt 80 km/h, het in te halen voertuig rijdt 60 km/h.

Berekening: 80 km/u x 80 km/u : 20 km/u = 320 m

Voorbeeld 2: Het inhalende voertuig rijdt 60 km/h, het ingehaalde voertuig rijdt 30 km/h.

Berekening: 60 km/u x 60 km/u : 30 km/u = 120 m

Bericht: Hoe groter het snelheidsverschil bij het inhalen, hoe korter de inhaalafstand.