Regels voor het rijden

Inhalen is niet toegestaan in blinde bochten, op en vlak voor spoorwegovergangen zonder slagbomen en voor bergkammen, en op kruispunten alleen indien deze vrij zijn en de voorrang van anderen niet wordt belemmerd.

Het inhalen en passeren van obstakels is verboden indien de benodigde ruimte onduidelijk of niet vrij is. Het is ook verboden als tegemoetkomend verkeer wordt gehinderd. In colonneverkeer is inhalen alleen toegestaan als u er zeker van bent dat u op tijd kunt draaien zonder andere voertuigen te hinderen.

Inhalen in bijzondere gevallen

Op wegen zonder richtingaanwijzers met drie rijstroken mag de buitenste rijstrook links niet worden gebruikt om in te halen en op wegen met vier rijstroken mag de linker weghelft niet worden gebruikt om in te halen.

De bestuurder mag een voertuig dat een ander voertuig inhaalt niet inhalen, tenzij beide inhalende voertuigen elk niet breder zijn dan één meter (bv. fietsen, motorfietsen) en de weg breed en vrij is.