Regels voor het rijden

10 Zip verkeer

Indien het op wegen met meerdere rijstroken in één richting niet mogelijk is ononderbroken op één rijstrook te rijden, moeten de voertuigen die verhinderd zijn hun weg te vervolgen, beurtelings kunnen oversteken op de aangrenzende rijstrook onmiddellijk vóór de versmalling (ritsverkeer).

11 Crossing

Als het oversteken wordt bemoeilijkt door een obstakel (bv. bouwwerkzaamheden) op uw eigen helft van de rijstrook, moet u voorrang verlenen aan het tegemoetkomende verkeer.

Kreuzen und VortrittVoertuigen die uit tegengestelde richting komen en beide op een kruispunt linksaf willen slaan, moeten naar links oversteken.

Houd bij het kruisen en inhalen van rupsvoertuigen minstens 1 m afstand tot de zijkant. Op smalle wegen mag u pas inhalen wanneer de bestuurder van het rupsvoertuig de weg voor u heeft vrijgemaakt.

Als oversteken op een smalle weg niet mogelijk is, hebben vrachtwagens met aanhangwagen (a) voorrang op andere voertuigen, bedrijfsauto's (b) op vrachtwagens (c) en zware motorvoertuigen (b,c) op lichte (d). Van voertuigen van hetzelfde type moet het voertuig dat het dichtst bij een passerende plaats is, terugrijden.