Regels voor het rijden

8 Voorschriften voor motorvoertuigen met een maximumsnelheid van ten hoogste 45 km per uur en landbouwmotorvoertuigen

Rijden op landbouwvoertuigen

In landbouwvoertuigen en aanhangwagens moeten kinderen tot 7 jaar onder toezicht staan van een passagier ouder dan 14 jaar of in een veilig kinderzitje zitten.

In het plaatselijk verkeer kunnen ook personen op de laadbrug of de lading van landbouwmotorvoertuigen en aanhangwagens worden vervoerd, indien voor voldoende bescherming is gezorgd en de toegestane ruimten niet toereikend zijn.

Toegestane ritten voor motorvoertuigen voor de landbouw

Op de openbare weg mogen alleen landbouwritten worden gemaakt met landbouwmotorvoertuigen en aanhangwagens, te weten:

a. vervoer van goederen in verband met het beheer van een landbouwbedrijf.
b. transferritten van werkplek naar werkplek of voor de aanschaf en het onderhoud van voertuigen en dergelijke.
c. vervoer van personen in verband met het beheer van een landbouwbedrijf.

9 Basisregel in het verkeer

Voertuigen moeten rechts rijden, op brede wegen binnen de rechterhelft van de rijbaan.

Alle weggebruikers moeten zich zo gedragen dat zij anderen bij het juiste gebruik van de weg niet hinderen of in gevaar brengen.

Als er tekenen zijn dat een weggebruiker zich niet behoorlijk zal gedragen, en ook tegenover kinderen, zwakken en bejaarden, moet bijzondere voorzichtigheid worden betracht.