Regels voor het rijden

4 Rijbewijs voorwaardelijk

Wie een rijbewijs van categorie A of B behaalt nadat hij geslaagd is voor het rijexamen, krijgt het rijbewijs voor drie jaar op proef.

Het rijbewijs wordt afgegeven voor onbeperkte duur indien de proeftijd is verstreken en de houder een door de staat erkende, verplichte bijscholingscursus heeft gevolgd. De cursus duurt 7 uur en wordt in één dag gegeven. De bijscholing moet worden gevolgd binnen 12 maanden na de afgifte van het rijbewijs op proef.

Indien de proeftijdvergunning van de houder wordt ingetrokken wegens een strafbaar feit, wordt de proeftijd met een jaar verlengd. Bij herhaling van de overtreding wordt het proefrijbewijs ingetrokken.

Key

5 Voor de rit

Voertuigen mogen alleen in veilige staat en in overeenstemming met de voorschriften worden gebruikt. Zij moeten zodanig worden aangelegd en onderhouden dat de verkeersregels kunnen worden nageleefd.

De bestuurder moet altijd zijn rijbewijs/leerlingenlicentie en inschrijvingsbewijs van het voertuig bij zich hebben. Hij moet zich ervan vergewissen dat het voertuig en de lading in goede staat zijn en dat de vereiste toebehoren, zoals het pechsignaal, aanwezig zijn. Na reparaties en het wassen van het voertuig moeten de remmen worden gecontroleerd.

Lichten, reflectoren, ruiten en achteruitkijkspiegels moeten schoon worden gehouden. Voorts moeten controleplaten, snelheidsmeters en dergelijke in leesbare toestand worden gehouden. Ladingen, lastdragers en werktuigen moeten vóór het rijden worden vastgezet en mogen de bedieningsplaten of de verlichtingsinrichtingen niet aan het zicht onttrekken.